Czech Television wil de Vlaamse Canvas-productie Albatros uitzenden
Succes op Serial Killer festival bewijst de toenemende internationale slagkracht van Vlaamse fictie
Vrijdag 24 september 2021 – Een warm onthaalde Vlaamse delegatie van VRT, VAF en Vlaamse producenten en makers heeft de internationale slagkracht van Vlaamse fictie extra in de verf gezet op het televisiefestival Serial Killer in de Tsjechische stad Brno. Zo kondigde Milan Fridrich, hoofd programmering van Czech Television, bij de plaatselijke première van de veelgeprezen fictiereeks Albatros aan dat ze deze wil uitzenden. Op een debat met Petr Dvořák, de CEO van Czech Television, en Lubomír Zaorálek, Tsjechisch minister van cultuur, pleitten VRT-CEO Frederik Delaplace en producent Helen Perquy voor durf en creativiteit in de fictiesector. Want zo maken kleine regio’s en landen zoals Vlaanderen en Tsjechië met hun eigen fictie het verschil.
“Dit lijkt wel een Vlaamse invasie die Brno overspoelt”, omschrijft VRT-CEO Frederik Delaplace de passage van de Vlaamse delegatie op het Serial Killer festival. “Fictie blijft zeer belangrijk in ons aanbod als publieke omroep. Het onthaal op dit festival toont bovendien aan dat we er in slagen om het potentieel van Vlaamse fictie internationaal te ontsluiten. Zo boren we potentieel ook internationale financiering van onze fictieproducties aan. De internationale slagkracht van onze fictie is duidelijk aan het groeien.”
Belgische fictie was een van de hoofdthema’s op het Serial Killer festival. Elly Vervloet, expert internationale coproducties bij de VRT en delegatieleider: “Naast de screenings voor het grote publiek van onder meer Albatros en Beau Séjour 2, ontdekte het professionele publiek onder meer We moeten eens praten en Gevoel voor Tumor, maar ook reeksen die nog in productie zijn, zoals Lost Luggage, Arcadia en 1985. Met deze reeksen inspireren we Tsjechische makers en onderstrepen we hoe als VRT het verschil maken met gedurfde, kwaliteitsvolle en relevante fictie.”
Helen Perquy (productiehuis jonnydepony van o.a. Black-out): “Vlaamse fictie valt op. Daardoor worden we steeds vaker voor festivals als Serial Killer uitgenodigd. Als onafhankelijke producent komt het er op aan om onze eigen creativiteit te behouden, met de steun van omroepen en organisaties als de VRT en het VAF lukt ons dat ook.”
Dat we samen Vlaamse fictie internationaal op de kaart zetten, wordt ook bevestigd door Koen Van Bockstal, directeur-intendant van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF). “Op een internationaal festival als deze laten we zien hoe we als kleine regio op ongelooflijk innovatieve manier straffe series maken. Die doen we door authentiek, sterke verhalen te vertellen. De VRT is bij veel van die producties betrokken als partner. Op die manier maakt ze als publieke omroep ook echt het verschil.”
Authenticiteit
Rond de debattafel van Serial Killer troffen Frederik Delaplace en Helen Perquy met Petr Dvořák, de CEO van Czech Television, en Lubomír Zaorálek, Tsjechisch minister van cultuur, gesprekpartners die werken in gelijkaardige omstandigheden. Tsjechië is een middelgroot Europees land en de omroep maakt net als de VRT ook flink wat producties in de eigen taal.
“Een eigen taal, een kleiner budget, in het verleden werd dat misschien als een beperking ervaren”, zei Frederik Delaplace. “Sinds enkele jaren is het echter onze bewuste strategie om die eigenheid uit te spelen. Alles start met authenticiteit. En als je dan het metier, dat we hier in Vlaanderen hebben, combineert met universeel herkenbare emoties dan maakt het niet uit of je Nederlands, of een Vlaams dialect of Chinees spreekt. De kijker herkent de emotie. Zo brengen we hier de minireeks We need to talk (We moeten eens praten). Als je partner dat zinnetje zegt dan weet iedereen ter wereld hoe laat het is.”
Czech Television is een publieke omroep net als de VRT. Frederik Delaplace: “In de programmering van Serial Killer zit onder meer Sense of tumour (Gevoel voor tumor). Dat is een fictiereeks die de draak steekt met kanker. Zoiets zou een commerciële omroep waar ook ter wereld nooit maken, zo’n gedurfd onderwerp zou commerciële zelfmoord betekenen. Als publieke omroep kunnen we dat wel en dat is volgens mij ook onze publieke opdracht: Wij kunnen onze joker inzetten door gedurfde fictie mogelijk te maken.”
Durf tonen tegenover de grote streaming giganten
Het debat kaartte ook de steeds grotere impact van internationale streaming giganten aan. Lokale mediasectoren doorheen Europa voelen die impact. En dat geldt ook voor de lokale producenten. “Die giganten komen met grote snelheid op ons af”, merkte Helen Perquy op. "Wij moeten blijven doen waar we goed in zijn: moedig, creatief, en kostenefficiënt zijn! De honger naar content is ongezien groot, en an sich is dat zeer positief. De zenders kunnen het lokale ecosysteem steunen én hun positie verankeren door onafhankelijke producenten hun intellectual properties te laten behouden. Zo kan fictie vanuit Vlaanderen blijvend worden 'vermarkt' én blijven de lokale zenders interessante partners voor de productiehuizen. Elke nieuwe fictie reeks is als het ware een prototype. En bij het bouwen van een prototype is moed, professionalisme en vertrouwen nodig. Lokale partners kennen elkaar uiteraard het best, en vertrouwen is de sleutel om elkaar te blijven versterken."
Streamingsdiensten weten als geen ander dat steeds meer gebruikers fictie bekijken waar en wanneer ze dat willen op het toestel van hun keuze, bijvoorbeeld de smartphone. “Die verandering moeten we niet als een bedreiging zien”, vond Frederik Delaplace. “Laten we ze net omarmen. Het is niet omdat steeds meer gebruikers video verkiezen dat er geen interesse in ons aanbod is. We moeten maken dat gebruikers dit aanbod op het juiste platform vinden. En dat de content ook bij dat platform past. En ja, dat geldt ook voor fictie. De grote streamingsbedrijven hebben onze manier van werken veranderd. Het is onze uitdaging om tegen hen op te boksen door hoge kwaliteit te bieden. Publieke omroepen kunnen dat als we met onze beperkingen, op vlak van budget en taal, intelligent omspringen.”